menu

Inleiding: Examenonderwerpen A t/m Z.

Je wilt dat felbegeerde rijbewijs in handen krijgen en je weet dat je eerst zult moeten slagen voor je theorie-examen. Om te slagen voor je examen weet je dat je de leerstof zult moeten beheersen. Om je te helpen hebben we elk hoofdstuk in het theorieboek gekoppeld aan een examenonderwerp van het CBR. Dit stelt ons in staat om je na het maken van een oefenexamen je te voorzien van een hoofdstukadvies en kun je zelf precies zien welk examenonderdeel nog wat aandacht nodig heeft. Je hoeft dan tevens niet het theorieboek weer van voren af aan door te lezen en dat scheelt een hoop tijd in je voorbereiding.

Overzicht examenonderwerpen
A = algemene bepalingen verkeerswetgeving
B = bepalingen rijbevoegdheid en rijbewijzen
C = inrichting, belading en slepen van voertuigen
D = techniek, onderhoud en controle van voertuigen
E = gebruik gordels en helmen; zitplaats voor passagiers
F = milieubewuste en energiezuinig rijden
G = risico’s i.v.m. toestand bestuurder
H = risico’s i.v.m. eigenschappen en toestand eigen voertuig
J1) = risico’s i.v.m. aanwezigheid en gedrag ander verkeer
K1) = risico’s i.v.m. weg-, zicht- en weersomstandigheden
L = handelen bij ongevallen en pech onderweg
M = voor laten gaan op kruispunten (verlenen van voorrang)
N = voor laten gaan bij het afslaan
O = voor laten gaan van blinden, gehandicapten en voetgangers
P = voor laten gaan van voorrangsvoertuigen, militaire colonnes, uitvaartstoeten en trams
Q = uitvoeren van / voor laten gaan bij bijzondere manoeuvres
R = plaats op de weg en voorsorteren
S = inhalen
T = snelheid
U = stilstaan en parkeren
V = geven van tekens en signalen; gebruik gevarendriehoek
W = gebruik van lichten
X = verkeersborden
Y = verkeerslichten en aanwijzingen
Z = verkeerstekens op het wegdek


1) Indien er op je uitslagformulier achter de letter J en K een G staat, bijvoorbeeld JG, dan betreft het een vraag over gevaarherkenning.
< Vorige Volgende >