menu

Z. Verkeerstekens op het wegdek.

Verkeerstekens op het wegdek
Verkeerstekens op het wegdek kunnen net als verkeersborden een gebod of verbod betreffen. Tevens kunnen verkeerstekens op het wegdek worden aangebracht ter geleiding van het verkeer, ter herinnering aan de geldende maximum snelheid of ter aanduiding van andere omstandigheden.

Busbanen en busstroken
Busbanen en busstroken waarop het woord «BUS» is aangebracht mogen alleen worden gebruikt door bestuurders van een lijnbus, een autobus of een tram. Busbanen en busstroken waarop het woord «LIJNBUS» is aangebracht mogen alleen worden gebruikt door bestuurders van een lijnbus of een tram.

Haaientanden
Haaientanden hebben de volgende betekenis: de bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Haaientanden worden ook wel voorrangsdriehoeken op het wegdek genoemd en kunnen al dan niet samen voorrangbord (bord B6) bij een kruispunt worden geplaatst. Bij het ontbreken van een voorrangsbord zul je alsnog voorrang moeten verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg.

Fietsstrook
Een fietsstrook is een door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop afbeeldingen van een fiets zijn aangebracht. Het asfalt van een fietsstrook is vaak roodgekleurd en dit gedeelte van de rijbaan is speciaal voor fietsers gereserveerd.

Als er een doorgetrokken streep langs de fietsstrook loopt, dan mogen andere bestuurders dan fietsers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuigen de fietsstrook niet gebruiken. Loopt er een onderbroken streep langs de fietsstrook, dan mogen andere bestuurders dit gedeelte van de rijbaan gebruiken om bijvoorbeeld voor te sorteren. Het is dan wel van belang dat je de fietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen niet hindert.

Suggestiestrook
Een suggestiestrook is een gedeelte van de rijbaan dat wordt gemarkeerd door een onderbroken of doorgetrokken streept en heeft geen juridische status. Het belangrijkste juridische verschil met een fietsstrook is dat er geen stopverbod of parkeerverbod geldt op en naast een suggestiestrook (artikel 23 RVV). Op een suggestiestrook mag je ook met de auto, motorfiets of bromfiets komen. Het kan zijn dat dit gedeelte van de rijbaan ook rood is gemaakt. Het zichtbare onderscheid tussen de suggestiestrook en fietsstrook kan worden gemaakt door de afbeelding van een fiets op het asfalt die je alleen tegenkomt op een fietsstrook.

Stopstreep bij een stopbord
Als weggebruiker ben je verplicht gevolg te geven aan verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden. Dit betekend dus dat je verplicht bent om echt te stoppen om voorrang te verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Je stelt je altijd op voor de stopstreep om het kruispunt goed te kunnen overzien.

Tijdelijke verkeerstekens op het wegdek
Tijdens wegwerkzaamheden worden vaak tijdelijke strepen aangebracht op het wegdek. Deze tijdelijke strepen herken je aan de gele kleur. Tijdelijke geplaatste of toegepaste verkeerstekens op het wegdek gaan boven ter plekke aangebrachte andere verkeerstekens op het wegdek, voor zover deze verkeerstekens onverenigbaar zijn.

Verdrijvingsvlakken en puntstukken
Als bestuurder mag je geen verdrijvingsvlakken en puntstukken gebruiken, behoudens de volgende uitzonderingen:

  • Wanneer je als bestuurder een spitstrook volgt die een splitsing of samenvoeging van wegen, rijstroken of rijbanen passeert.
  • Wanneer bestuurders rechtmatig een busbaan of busstrook volgen die een splitsing of samenvoeging van wegen, rijstroken of rijbanen passeert.

Voorsorteer- en uitrijstroken
Bestuurders die de rijbaan volgen zijn verplicht op een kruispunt de richting te volgen die de voorsorteerstrook waarop zij zich bevinden aangeeft. Met andere woorden mag je niet van voorsorteerstrook wisselen als je eenmaal op een voorsorteerstrook rijdt die een bepaalde richting volgt.

Op moment dat je de doorgaande rijbaan gaat verlaten en daarvoor een uitrijstrook volgt, dan ben je verplicht die richting te volgen op het moment dat je ter hoogte bent van de aangebrachte pijlen in de uitrijstrook. Je mag dan dus niet meer alsnog de doorgaande rijbaan op rijden.

Markeringen
Markeringen zijn strepen, pijlen en symbolen die worden aangebracht op het wegdek om het verkeer te regelen, geleiden, waarschuwen of informeren. Markering kan in vele kleuren worden aangebracht, de meest voorkomende zijn:

  • Wit; is het meest gebruikelijk.
  • Geel; tijdelijke situaties, stop en parkeerverboden langs de stoepranden.
  • Groen; bij dubbele asstrepen op om aan te geven dat je 100 km/u mag rijden.
  • Blauw; langs stoepranden bij parkeerschijfzones, ook wel blauwe zones genoemd.

As-, kant- en deelstrepen op de weg
De strepen die je op de weg tegenkomt zijn in te delen in as-, kant-, en deelstrepen. Een asstreep is een vorm van markering die is gelegen op de as van de weg en kan onderbroken of doorgetrokken zijn. De asstreep is op een tweerichtingsbaan ook direct de scheiding tussen twee rijrichtingen, de asstreep hoeft echter niet noodzakelijk in het midden van de rijbaan te liggen.

De kantstreep in de lengterichting dient als begrenzing van de rijbaan voor rijdend verkeer en het niet rijdend verkeer. De kantstreep is altijd uitgevoerd als doorgetrokken streep. Een deelstreep is aangebracht bij verkeer in dezelfde richting en deelt de rijbaan op in verschillende rijstroken. De deelstreep kan net als de asstreep zowel onderbroken als doorgetrokken zijn en geeft aan of je wel of niet mag inhalen.

Onderbroken streep
As-of deelstrepen worden aangebracht in de verhouding 1 op 3. Binnen de bebouwde kom betekend dit dat er 1 meter streep is aangebracht en je te maken hebt met een drie meter lange onderbreking. Buiten de bebouwde kom is de verhouding dan 3 meter streep en 9 meter onderbreking. Op deze manier zou je dus aan de strepen kunnen zien of je binnen of buiten de bebouwde kom rijdt.

Waarschuwingsstreep
Een waarschuwingsstreep is een asstreep die bij overschrijding een verhoogd risico meebrengt. Je kunt bij een verhoogt risico denken hierbij denken aan een gevaarlijke kruispunten of onoverzichtelijke bochten. De waarschuwingsstrepen zijn dan doorgaans drie keer zo lang als de onderbrekingen, de verhoudingen komen dan te liggen op 3 meter streep op 1 meter onderbreking.

Doorgetrokken streep
Een doorgetrokken streep die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevindt, mag niet worden overschreden. Bestuurders mogen zich niet links van een doorgetrokken streep bevinden, indien die streep is aangebracht tussen rijstroken of paden met verkeer in beide richtingen.

Hierbij gelden de volgende uitzonderingen:

  1. Indien de streep wordt overschreden om een naast de gevolgde rijstrook gelegen vluchthaven, vluchtstrook of spitsstrook te bereiken of te verlaten.
  2. Indien aan de zijde vanwaar men de streep overschrijdt een onderbroken streep is aangebracht.
  3. Op bestuurders die een fietsstrook mogen gebruiken, indien er tussen die fietsstrook en de ernaast gelegen rijstrook een doorgetrokken streep is aangebracht.

Strepen op de weg en maximum snelheid
Je kunt buiten de bebouwde kom de volgende strepen op de weg tegenkomen, welke je tevens aangeven wat de maximum snelheid is op die weg:

  1. Dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur.
  2. Dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur.
  3. Geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
  4. Onderbroken kantstrepen en geen middenstreep: 60 km/u.

De strepen zelf veranderen verder niets aan de bestaande verkeersregels en maximum snelheiden op wegen buiten de bebouwde kom. Bij onderbroken strepen is inhalen toegestaan, maar het kan zijn dat er vanwege de verkeersveiligheid door de wegbeheerder wordt gekozen voor een plaatselijk inhaalverbod. Dit wordt dan door middel van verkeersborden aangegeven en de borden gaan voor de strepen op de weg.

Pijlen op de weg
Een pijl op de weg is een vorm van markering die aangeeft waar de betreffende rijstrook heen leidt. De pijlmarkering wordt in het midden van de rijstrook aangebracht en als bestuurder ben je verplicht om de richting die de pijl aangeeft te volgen. Afhankelijk van de situatie worden rijstroken die zijn voorzien van een pijlmarkering voorsorteerstroken, invoegstroken, uitrijstroken of een weegvak genoemd. Deze stroken worden gescheiden met blokmarkeringen. Je kunt pijlmarkeringen ook bij een rotonde tegenkomen, waarbij afhankelijk van de situatie en kwart, half of driekwart ronde cirkel met een pijl wordt getoond.

Doelgroepstroken op de autosnelweg
E
en doelgroepstrook is een rijstrook op de autosnelweg parallel aan de hoofdrijbaan, dat alleen is bestemd voor een bepaalde groep weggebruikers. De doelgroepstroken zijn bedoeld voor de verkeersafwikkeling van vrachtverkeer en bussen van en naar de hoofdrijbaan en kennen een gesloten verklaring voor andere weggebruikers. Je kunt een doelgroepstrook ook tegenkomen nabij industrieterreinen voor de afwikkeling van het vrachtverkeer van en naar deze gebieden.

Op de autosnelweg kun je ook een carpoolstrook tegenkomen, welke speciaal is opengesteld voor personenauto`s met meerdere passagiers die samen carpoolen naar hun werk. Een minimum van 3 inzittende wordt vaak als grens gebruikt voor het gebruik van een carpoolstrook.

Redresseerstrook
Een redresseerstrook is een verharde strook van beperkte breedte die is gelegen naast de rijbaan en bedoeld is om weggebruikers die uit koers zijn geraakt, de gelegenheid te geven hun koers te corrigeren en terug te keren naar de rijstrook. De redresseerstrook is van de rijbaan gescheiden door een retorreflecterende streep en ligt op de autosnelweg direct naast de vangrail. Het kan zijn dat de markering is geprofileerd of dat er ribbels in de redresseerstrook zelf zijn gefreesd of gewalst. Bij het overrijden ervan ontstaat er dan een geluid en/of ontstaan er trillingen die je als bestuurder moeten waarschuwen om terug te keren naar de rijstrook. De redresseerstrook is in het leven geroepen om het aantal bermongevallen zelf te verminderen en het aantal bermongevallen met doden en gewonden terug te brengen.

Spitsstrook en vluchthavens
Een spitsstrook is een vluchtstrook aan de rechterkant of een rijstrook aan de linkerkant van de autosnelweg, die alleen tijdens drukke momenten open is voor het verkeer. Borden boven en langs de snelweg geven aan waar de spitsstrook begint en eindigt. De corresponderende markeringen op het wegdek geven je vervolgens aan waar je precies kunt rijden.

Langs de spitstrook liggen rechts van de weg om de 500 tot 1000 meter vlucht- of pechhavens, hier kun met pech je voertuig kwijt en nog tot 1 juli 2017 hulp inroepen via de aanwezige praatpaal. Je mag een doorgetrokken streep overschrijden om een naast gevolgde rijstrook gelegen vluchthaven, vluchtstrook of spitsstrook te bereiken of te verlaten.

Wegreflectoren
Reflectorpalen laten met name in het donker en bij slecht zicht het wegverloop en de wegrand zien. In Nederland zijn de reflectoren op de reflectorpalen aan de rechterzijde van de weg rood gekleurd en aan de linkerzijde wit. De reflectorpaaltjes zelf meestal van wit kunststof gemaakt, maar je kunt ook zwarte reflectorpaaltjes tegenkomen. Reflectorpaaltje staan in Nederland 50 meter uit elkaar en langs wegen met een hectometerpaal is dit 100 meter.

< Vorige