menu

Q. Uitvoeren van / voor laten gaan bij bijzondere manoeuvres.

Bijzondere manoeuvres
Bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren moeten het overige verkeer voor laten gaan. De bijzondere manoeuvre is een handeling die we eigenlijk vooraf niet hadden voorzien te moeten doen en waarvoor niets verder is geregeld in de wet. Op het moment dat je de handeling die je wilt gaan doen zelf niet had voorzien, dan kun je niet verwachten dat andere verkeersdeelnemers rekening houden met wat jij wilt gaan doen. Het is dus van belang dat je bij het uitvoeren van de bijzondere manoeuvre pas start met je handeling als je er zeker van bent dat je het overige verkeer niet hindert.

Bij het uitvoeren van bijzondere manoeuvres ben je het volgende verplicht:

  • De bijzondere manoeuvre moet van korte duur zijn.
  • Tijdens de uitvoering van de bijzondere manoeuvre mag je geen gevaar of hinder veroorzaken.

We onderscheiden de volgende bijzondere manoeuvres:

  1. Wegrijden
  2. Achteruitrijden
  3. Uit een uitrit de weg oprijden
  4. Van een weg een inrit oprijden
  5. Keren
  6. Van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden
  7. Van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden
  8. Van rijstrook wisselen

Hellingproef (wegrijden) en file parkeren (achteruitrijden)
De hellingproef is een bijzondere vorm van wegrijden en wordt dus ook gezien als bijzondere manoeuvre. Tijdens het uitvoeren van de hellingproef moet je al het overige verkeer dus voor laten gaan. Bij file parkeren moet je achteruitrijden en daarom laat je bij het file parkeren ook al het overige verkeer voor laten gaan, dit voordat je start met het achteruitrijden.

Richting aangeven bij belangrijke zijdelingse verplaatsingen
In artikel 54 van het RVV staat dat je als bestuurder van een motorvoertuig (en als bromfietser) een teken moet geven met je richtingaanwijzer of met je arm als je weg wilt rijden, andere bestuurders van een motorvoertuig wilt inhalen, de doorgaande rijbaan op wilt rijden, de doorgaande rijbaan wilt verlaten, indien je van rijstrook wilt wisselen en bij alle andere belangrijke zijdelingse verplaatsingen. Het aangeven van je richting is dus geen vrijblijvende handeling en wel zo handig! Andere verkeersdeelnemers kunnen je verkeersgedrag op de weg zo beter voorspellen en kunnen hier vervolgens ook naar handelen.

Invoegen en uitvoegen
Bij het invoegen zijn je snelheid en ruimtekussen bepalend om veilig de doorgaande rijbaan op te kunnen rijden. Bij het invoegen dien je zoveel mogelijk gebruik te maken van de lengte van de invoegstrook. In de praktijk betekend dit dat je meestal meer dan ¾van de invoegstrook gebruikt. Zorg ervoor dat je goed positie bepaald, voldoende snelheid maakt en pas richting aan geeft als je weet dat je veilig kunt invoegen. Je dient hierbij dus ook goed gebruik te maken van je spiegels.

Na het aangeven van je richting is het de bedoeling dat je direct handelt en na je handeling zet de richtingaanwijzer weer uit. Bij het inhalen is dit niet anders, zodra je voldoende ruimte hebt en veilig kunt inhalen geef je richting aan en zet je de inhaalmanoeuvre in. Bij het uitvoegen geef je 300 meter voor de uitrijstrook richting aan. Eenmaal op de uitvoegstrook aangekomen minder je de snelheid en zet je de richtingaanwijzer weer uit als de blokmarkering eindigt.

Bestuurders van een autobus
Binnen de bebouwde komt moet je de bestuurder van een autobus de gelegenheid geven om van een bushalte weg te rijden, op het moment dat die bestuurder het voornemen om weg te rijden kenbaar maakt door middel van een teken met zijn richtingaanwijzer.

Achteruitrijden en keren
Achteruitrijden en keren zijn situaties die je alleen doet als je echt niet anders kunt. Het is dan belangrijk dat je niet gaat achteruitrijden of gaat keren op plaatsen waar dit niet mag of kan. Het is als bestuurder verboden om op een autosnelweg of autoweg je voertuig te keren of achteruit te rijden. Is het verboden om stil te staan op de weg waar je rijdt? Dan is achteruitrijden en keren ook verboden. Je mag tot slot ook niet achteruitrijden of keren op plaatsen waar je onnodig gevaar kunt veroorzaken.

Bij de volgende borden mag je dus niet achteruitrijden of keren:

bij deze borden niet keren of achteruitrijden
< Vorige Volgende >