menu

M. Voor laten gaan op kruispunten (verlenen van voorrang).

Voorrang verlenen of voor laten gaan
Er is in het verkeer nogal eens verwarring over het begrip voorrang verlenen en het verschil met voor laten gaan. Voorrang verlenen betekend letterlijk de betrokken bestuurder in staat stellen om ongehinderd zijn weg te vervolgen.

Artikel 15 van het RVV zegt het volgende:

1. Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van rechts komende bestuurders.

2. Op deze regel gelden de volgende uitzonderingen:

a) bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg;

b) bestuurders verlenen voorrang aan bestuurders van een tram.

Kruispunt en voorrang
Een kruispunt is een kruising of splitsing van wegen. Voorrang verlenen doen we dan ook alleen aan bestuurders onderling en op kruispunten. Onder bestuurders kun je alle weggebruikers rekenen behalve voetgangers. Met artikel 15 spreken we ook wel over de hoofdregel van de voorrang. Als er op een kruispunt niets is geregeld op het gebied van de voorrang, bijvoorbeeld door borden of tekens op het wegdek, dan geldt automatisch de hoofdregel van de voorrang.

Hoofdregel van de voorrang
Onthoudt dat de hoofdregel van de voorrang dus zegt dat bestuurders van rechts voorrang genieten op andere bestuurders op dat kruispunt. Dit betekend ook dat je rekening dient te houden met bestuurders die het kruispunt naderen. Je moet ze immers in staat stellen om ongehinderd hun weg te vervolgen. Uitzonderingen op de hoofdregel zijn bestuurders op een onverharde weg die voorrang moeten verlenen aan bestuurders op de verharde weg en alle bestuurders moeten voorrang verlenen aan de bestuurder van een tram, het maakt dan niet uit of de tram van links of van rechts komt op het kruispunt.

Voor laten gaan
In de situaties waarin we niet met een kruispunten en bestuurders onderling te maken hebben, zou je kunnen spreken over voor laten gaan.

Voorbeelden van voor laten gaan:

  • Bij een bijzondere verrichting laat je het overige verkeer voor gaan.
  • Een bus die weg wilt rijden binnen de bebouwde kom laat je voor gaan.
  • Een overstekende voetganger bij een voetgangersoversteekplaats laat je voorgaan.
  • Bij het afslaan gaat rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afbuigend verkeer.

Het herkennen van kruispunten
Het is van belang dat je goed waarneemt tijdens je verkeersdeelneming. Hiermee bedoelen we dat je bewust moet zijn van de informatie die op je af komt. Deze informatie die selecteer je op inhoud, betekenis en prioriteit. Om je verkeerstaak (zie hoofdstuk J: Risico`s i.v.m. aanwezigheid en gedrag ander verkeer) goed uit te kunnen voeren is het van belang dat je een kruispunt tijdig kunt herkennen.

Je kunt een kruispunt vaak herkennen door verkeer dat links en rechts de weg kruist. Maar hoe herken je een kruispunt als er geen kruisend verkeer aanwezig is? Je kunt een kruispunt ook herkennen aan de openingen tussen huizen of een bomenrij die ineens stopt en na een aantal meters weer verder gaat.

hoe herken je een kruispunt

Gelijkwaardig en ongelijkwaardige kruispunten
In het verkeer maken we onderscheid tussen gelijkwaardige kruispunten en ongelijkwaardige kruispunten. Als er op een kruispunt niets is geregeld op het gebied van de voorrang door borden, verkeerslichten of verkeerstekens, dan spreken we over een gelijkwaardig kruispunt. Op gelijkwaardige kruispunten geldt automatisch de hoofdregel van de voorrang.

Als de voorrang is geregeld op een kruispunt door borden, verkeerslichte of verkeerstekens dan spreken we over een ongelijkwaardig kruispunt. Bij een ongelijkwaardig kruispunt zijn bestuurders onderling niet altijd meer gelijk aan elkaar. In een aantal situaties gaan we zelfs onderscheid tussen bestuurders maken: voor trams, militaire colonnes en uitvaartstoeten bestaan bijzondere voorrangsregels die je goed moet kennen (zie verder hoofdstuk P: Voor laten gaan van voorrangsvoertuigen, militaire colonnes, uitvaartstoeten en trams).

Gedrag op en nabij kruispunten
Een kruispunt is een ontmoetingsplaats van wegen die elkaar kruisen. Op een kruispunt komt dus veel verkeer samen dat verschillende richtingen uitgaat. Het is van belang dat je een kruispunt tijdig signaleert en altijd voorzichtig nadert. Op deze manier kun je op tijd en correct reageren op de komende situatie.

Beoordeling kruispunt:

  • Waar is het kruispunt?
  • Hoe zit het met het zicht? Links en rechts scannen voor de beoordeling van het uitzicht en de omgeving van het kruispunt.
  • Is het een kruispunt binnen of buiten de bebouwde kom?
  • Wat voor een soort kruispunt is het? Voorrang of gelijkwaardig?
  • Is het een kruispunt met een voorrangsweg?
  • Buigt de voorrangsweg af?
  • Is het een gevaarlijk kruispunt?
  • Met welk type verkeer heb ik te maken?
  • Achteropkomend verkeer?
  • Kan ik het kruispunt oversteken?
  • Waar kan ik mij opstellen?

Zoals je ziet moet je behoorlijk scherp zijn om het kruispunt goed te kunnen beoordelen. Zorg altijd dat je het kruispunt goed kunt overzien en nadert met de juiste snelheid. Is het een onoverzichtelijk kruispunt? Pas dan je snelheid aan en zorg ervoor dat je de controle blijft houden over de verkeerssituatie. Houdt rekening met de diverse verkeerstromen en kwetsbare verkeersdeelnemers als voetgangers en fietsers. Tot slot moet je rekening houden met de weg- en weersomstandigheden van dat moment.

Oprijden van kruispunten
Als bestuurder mag je een kruispunt nooit blokkeren. Hoewel dit wettelijk is geregeld is het van belang dat je weet dat dit niet zomaar is vastgelegd. De meeste ongevallen in het verkeer gebeuren namelijk op of nabij kruispunten. Wanneer je een kruispunt oprijdt moet je er dus zeker van zijn dat je op kunt rijden om daarna het kruispunt meteen weer vrij te maken. Bij de complexere kruispunten met gescheiden rijbanen kun je als er plek is gebruik maken van de opstelplaats in het midden tussen de kruisende verkeersstromen.

Een voorrangsweg
Een voorrangsweg wordt altijd aangegeven door borden. Een voorrangsweg hoeft ook niet altijd rechtdoor te gaan, maar kan in sommige gevallen ook afbuigen. We noemen dit daarom ook een afbuigende voorrangsweg. Bestuurders van de zijwegen moeten de bestuurders op de afbuigende voorrangsweg dan ook voor laten gaan. De volgende borden geven aan dat je een afbuigende voorrangsweg nadert:

voorbeeld voorrangskruispunt

De volgende borden regelen de voorrang (met uitzondering van bord J8, hier wordt je gewaarschuwd voor een gevaarlijk kruispunt die gelijkwaardig is):

verkeersborden die de voorrang regelen

Binnen of buiten de bebouwde kom
Binnen de bebouwde kom zijn de voorrangsborden direct voor een kruispunt geplaatst van een voorrangsweg. Buiten de bebouwde kom worden de borden altijd aan het begin van een wegvak geplaatst. Een nieuw wegvak begint altijd na een kruispunt en buiten de bebouwde kom tref je de borden dus na het kruispunt aan. De borden buiten de bebouwde kom zijn vaak ook net iets groter dan de voorrangsborden binnen de bebouwde kom, zodat je ze ook goed kunt zien met een hogere snelheid.

Stopbord betekend stoppen
Als weggebruiker ben je verplicht gevolg te geven aan verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden. Dit betekend dus dat je verplicht bent om echt te stoppen bij een stopbord om voorrang te verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Dit bord staat vaak bij onoverzichtelijke kruispunten en en vooraf kun je niet goed zien of en aan wie je voorrang moet verlenen. Je stelt je altijd op voor de stopstreep om het kruispunt op deze manier alsnog goed te kunnen overzien.

Gevaarlijk kruispunt (gelijkwaardig)
Het bord Gevaarlijk kruispunt waarschuwt je voor een gevaarlijk kruising of splitsing van wegen. Bij het zien van dit verkeersteken zul je extra aandacht moeten besteden aan het naderen en oprijden van het kruispunt. Dit bord tref je aan bij situaties die onoverzichtelijk zijn of in bijzonder op een andere manier afwijken. Gezien je ook nog eens te maken hebt met een gelijkwaardig kruispunt en je voorrang moet verlenen aan bestuurders van rechts is het echt even opletten geblazen.

Haaientanden
Veel mensen weten het niet maar haaientanden hebben ook een wettelijke betekenis: de bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Haaientanden worden ook wel eens voorrangsdriehoeken op de weg genoemd.

Verkeerstekens gaan boven de verkeersregels
We onderscheiden drie soorten verkeerstekens: verkeerslichten, verkeersborden en verkeerstekens op het wegdek. Verkeerstekens gaan boven verkeersregels, voor zover deze regels onverenigbaar zijn met de tekens.

Tijdelijke verkeerstekens op het wegdek
Tijdens wegwerkzaamheden worden vaak tijdelijke strepen aangebracht op het wegdek. Deze tijdelijke strepen herken je aan de gele kleur. Tijdelijke geplaatste of toegepaste verkeerstekens op het wegdek gaan boven ter plekke aangebrachte andere verkeerstekens op het wegdek, voor zover deze verkeerstekens onverenigbaar zijn.

Verkeerslichten gaan boven verkeerstekens
Als weggebruiker ben je zoals eerder genoemd verplicht gevolg te geven aan de verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden. Toch heb je wel eens te maken met situaties, waarin het verkeerslicht op groen springt en je tevens een bord voorrangsweg tegenkomt met haaientanden. Dit is dan ook de reden dat het wettelijk is vastgelegd dat verkeerslichten boven de verkeerstekens gaan die de voorrang regelen. Een elektrisch signaleringsbord is geen verkeerslicht, echter kun je hier wel de verkeersborden op aangegeven worden.

< Vorige Volgende >